In Nederland staan Natura 2000-gebieden symbool voor onze meest waardevolle natuur, maar de landbouw rondom deze gebieden zorgt vaak voor spanningen. Hoe kunnen we landbouw en natuur beter met elkaar verbinden, zonder dat de boeren of de biodiversiteit daaronder lijden? Het antwoord ligt wellicht in een vernieuwende aanpak: het Natuurlijk Agrarisch Beheer (NAB).
Deze aanpak introduceert een tweestapsmodel met bufferzones rond Natura 2000-gebieden. In de eerste zone, tot 250 meter van de natuur, ligt de nadruk op extensieve melkveehouderij en regeneratieve akkerbouw. Hier zien we koeien die grazen in bloemrijke graslanden en akkers waar oergranen en peulvruchten worden geteeld zonder kunstmest of pesticiden. De tweede bufferzone, van 250 tot 500 meter, biedt meer ruimte voor biologische melkveehouderij en akkerbouw met gewassen als tarwe, aardappelen en uien, maar alles blijft gericht op duurzaamheid en het beperken van emissies.
Wat betekent deze visie in de praktijk? Minder ammoniakemissies, meer biodiversiteit en lokaal geproduceerd voedsel dat miljoenen Nederlanders kan voeden. Tegelijkertijd krijgen boeren langetermijnzekerheid en een eerlijke vergoeding voor hun inspanningen om natuurvriendelijk te werken.
Benieuwd naar de details van dit plan en de impact ervan op onze landbouw? In een recente podcast ga ik dieper in op deze visie en de economische, ecologische en maatschappelijke voordelen die het biedt. Luister mee en ontdek hoe we samen kunnen werken aan een toekomst waarin landbouw en natuur elkaar versterken in plaats van tegenwerken.
PS Natuurlijk Agrarisch Beheer is een onderdeel van de eerste brede ruwe “Beleidshoutskoolschets voor Ammoniakreductie en beheersing in Nederland – Stikstof, Hoe dan wel?”.
Share this post